CHARNECA & MEMÓRIA
drasland & herinnering
Een vreemde stapeling in de kleur van donkere aarde,
de Byzantijnse basiliek — dat lege pakhuis van God —
met de gasketel van de koepel en de zeegroene torenspitsen
die zich ongeschonden oprichten in het ochtendlicht.
De zware helling van het terrein volgend
en te midden van het algehele verval, gaan we in snelle
afdaling tot aan het zompige moeras : met zijn uitzicht
van alleenstaande klavers, schakeert een nevelrest
de kleuren waarin de sociale woonblokken oplossen en
de gebouwen met hun vensters breed als etalages
die lijken overgeplaatst van een of andere
Rivièra, hier, op ik weet niet hoeveel kilometer van zee.
Wat ons de zoom lijkt van een bosje
is slechts een smal paadje, een haag platanen
die gewelfribben het blauw
in werpen en als hoge greppel
de toren van het kasteel de Rivieren aan het oog onttrekken.
Midden tussen de heideplanten die er ooit stonden
zou een stiksteek passen voor mijn schreden,
in de loop die hen, bijna in het geheim
en zonder dat iemand het zegt, leidt door de straatjes van de Home
met haar bochtige lanen, binnenpleinen en passages,
tot aan het Sorbeboomplein, - ei dat op een haar na
zich niet sloot tijdens mijn lukrake dwalen
tussen bogen van baksteen en stomme kruisingen.
Op het Eeuwfeestplein staat een bronzen metselaar
die, vijf meter boven de grond, op een horizontale
balk de hoefboog bewaakt van wat de
toegangspoort tot de gemeente moest zijn.
Maar in Heideken is reeds lang de vlam gedoofd
in de veiling met het kaarslicht; het hoogste bod scheerde
de bovenleiding van de tram die fluitend de houten
vloer van de boerderij-stal-bakkerij & cabaret zou oversteken.
Omdat de herinnering de schaduw van de wilgen bevochtigt,
kom ik jullie vandaag uitnodigen voor een tartine
met plattekaas vergezeld van een frisse lambiek en, met pijl
en boog, het doel aflijnen waar jullie de roos zouden wensen.
Tegen het eind van de middag zullen we achter, in de poel,
een bad nemen tussen de ronddobberende ganzen die,
hun snavels openend in de lucht, onbeweeglijk
als een ex-voto, het geluid van een jachthoorn achterlaten.
Vertaald uit het Portugees door Irène Koenders
de dichter
Paulo Teixeira (1962) werd geboren in het huidige Maputo, Mozambique. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste Portugese dichters van de generatie die opkwam in de jaren tachtig. Teixeira is een buitengewoon erudiet en internationaal georiënteerd dichter. In zijn werk laat hij zich voortdurend beïnvloeden en inspireren door andere, vooral Europese schrijvers en kunstenaars. In 1992 won hij de belangrijkste poëzieprijs van Portugal. Recente dichtbundels van Teixeira zijn Túmilo de Heróis Antigos (1999), Autobiografia Cautelar (2001), Orbe (2005) en Descanso na Fuga para o Egipto. Antologia (2006).
‘ Het lezen van Teixeira’s gedicht is als een wandeling door
een landschap. Een tocht van stad naar platteland, van heden naar verleden, en terug. Het gedicht start bij de Basiliek van Koekelberg “dat lege pakhuis van God ” en eindigt in een poel. Net als het gedicht maakt mijn artistieke interventie de lezer- toeschouwer tot hoofdpersonage in het landschap. De brug is een ontmoetingsplaats waar gedicht, verbeelding en beschouwing samengaan.’
Filip Van Dingenen
meer info
TREES OF CIRCULAR MOTION — THE STREETS OF LA ROUE
In de straten van Het Rad staan acht bomen met ronde kruinen. Je leest er een gedicht over de wijk die je bezoekt.